Vraag aan honderd landgenoten wie de meest succesvolle Belgische wielrenner ooit is en wellicht antwoorden ze allemaal hetzelfde: Eddy Merckx. Niet geheel onlogisch natuurlijk, want De Kannibaal heeft een eindeloos palmares waarop alle wielermonumenten, alle drie de grote rondes én drie wereldtitels prijken. Maar toch heet de meest succesvolle Belgische wielrenner op het WK op de weg niet Merckx, wel Reynders. Yvonne Reynders.
“Als ik dood ben gaan de mensen meer over mij klappen“, zei de Schaarbeekse vorig jaar nog in een interview aan Sporza. Yvonne Reynders is intussen 84 jaar, maar ze verdient het om nu al die erkenning te krijgen. Al was het maar omdat zelfs een dopingcomplot haar niet kon tegenhouden.
Merckx en Reynders hebben veel gemeen. Ze koersten in dezelfde periode en net zoals hij was ze een vechterke op de koersfiets. Of het nu een kermiskoers of een WK bedroeg, in iedere wedstrijd ging ze tot het uiterste om de zege te behalen. ‘Zolang je niet over de streep bent, kan je nog winnen’, dat was haar motto. En winnen, dat deed Reynders bij de vleet. Ze is de eerste Belgische wereldkampioene in het wielrennen en een van de acht Belgische wielrensters die ooit een WK-medaille wisten te behalen. Of beter gezegd in haar geval: medailles. Ze verzamelde maar liefst vier regenboogtruien en deed daar nog twee zilveren en één bronzen medaille bovenop. Toch is die eenzame bronzen plak haar grootste stunt.
Nederlands dopingcomplot
Haar succesvolle carrière leek te eindigen met een valse noot. Tijdens het WK van 1967 in het Nederlandse Heerlen werd Reynders betrapt op doping, iets wat ze als groot anti-dopingstrijdster tot op de dag van vandaag nog steeds ontkent. Reynders sprak van een Nederlands complot om de sterkere Belgen uit de wedstrijd te houden. Geheel tegen haar zin moest ze stoppen met fietsen. Maar Reynders wou koste wat kost haar gelijk bewijzen: na een onderbreking van bijna negen jaar stapte ze terug de koersfiets op. Op 4 september 1976 begint een intussen 39-jarige wielrenster aan misschien wel de strafste stunt van haar schitterende carrière.
Die dag vond in het Italiaanse Ostuni het WK plaats. De mannen moesten 288 kilometer afleggen, de vrouwen amper twee rondjes van een schamele 36 kilometer. Aan de start? Slechts 40 rensters. Op het afgelopen WK wielrennen in Leuven (2021) tekenden meer dan vier keer zoveel vrouwen uit alle uithoeken van de wereldbol present. Maar dat trok de bijna 40-jarige Reynders zich toen niet aan.
Het was het orgelpunt op een mooie carrière waarmee Reynders haar gelijk had bewezen
Na een wedstrijd met een fraai gemiddelde van 37.49 km/u werd in de heuvelachtige straten van de Città Bianca, de bijnaam van het pittoreske stadje vol witte huizen niet ver van de hemelblauwe Adriatische kust, gesprint om de zege met een grote groep. Reynders was eerder een krachtpatser dan een pure sprintster, maar streed voor wat ze waard was. Na iets minder dan 1 uur en 40 minuten noeste strijd moest ze de wereldtitel aan de twaalf jaar jongere Nederlandse Keetie van Oosten-Hage laten en zilver aan thuisrijdster Luigina Bissoli, maar ze smeet haar wiel knap als derde over de streep.
Zo veroverde Reynders enkele maanden voor haar 40ste verjaardag en zeventien jaar na haar eerste wereldtitel in 1959 nog een laatste WK-medaille. Het was het orgelpunt op een mooie carrière waarmee Reynders haar gelijk had bewezen. Twee jaar na haar prestatie in Ostuni hing de zevenvoudig wereldkampioene haar fiets definitief aan de wilgen.
Recordvrouw Reynders
Het wielrennen zag er in de jaren zeventig helemaal anders uit dan nu. In de oertijd stond het vrouwenwielrennen nog in haar kinderschoenen. Het was een periode waar in de straten vreemd opgekeken werd als een vrouw op een koersfiets voorbijreed. Een vrouw die wedstrijden betwistte, was helemaal uitzonderlijk. In haar jeugd waren er zelfs geen koersen voor meisjes. Yvonnes vader Maurice richtte daarom in 1958 de Belgische Dames Wielerbond op, een bond die twee jaar later versmolt met de Belgische Wielerbond die nu nog steeds bestaat. Reynders is dus zowel letterlijk als figuurlijk de vrouw die het vrouwenwielrennen op de kaart heeft gezet.
Ze is op haar eentje verantwoordelijk voor meer dan de helft van de Belgische wereldtitels bij de vrouwen. Reynders deed er ook nog drie wereldtitels in het baanwielrennen bovenop. In 1961 verwezenlijkte Reynders zelfs een unieke WK-dubbel: op 8 augustus van dat jaar won ze op het eiland Man, tussen Ierland en het Verenigd Koninkrijk, met een tiende van een seconde de wereldtitel op de individuele achtervolging, twee dagen later won ze er ook de wegwedstrijd.
Na een dopingschorsing van acht jaar terugkeren in het peloton om vervolgens brons te veroveren op het wereldkampioenschap, het is iets waar zelfs Eddy Merckx niet toe in staat was. Dat de toekomstige generatie wielrensters zich zal spiegelen aan Lotte Kopecky is logisch, maar dat ze toch ook maar eens kijken naar de unieke carrière van de grootste wielervrouw die ons land ooit gekend heeft.
Ontdek hieronder de regenboogcarrière van Yvonne Reynders
Foto: Ron Kroon (CC0 1.0)